vrijdag 15 oktober 2010

Dromen

Iedere ochtend maken mensen zich klaar om aan de dag te beginnen. Ze staan op met slaperige ogen en nagalmende gedachten van hun net ontwaakte dromen. Het verkoelende water wast hun dromen weg. Terwijl ze hun tanden poetsen denken ze aan wat ze moeten doen die dag. Eens de koffie pruttelt en de boterhammen zijn gesmeerd, de kinderen aangekleed en naar school zijn vertrokken, de krant van de grond bij de brievenbus wordt opgeraapt net voor ze de drukte van de straat ingaan, kan de dag beginnen.

In de file staan ze, allen op weg naar, daar waar geld hun meerdere dingen kan verschaffen en dromen dichterbij kunnen komen. Sommigen dromen van een groter huis, een betere auto, een nieuw mobieltje, de laatst uitgekomen cd van de groep die ze horen op de radio. Anderen dromen van een ander leven. Maar er heerst crisis in dit land, het land wordt al jaren niet bestuurd zoals het hoort. En degenen die het hadden bestuurd, krijgen in landen waar men dezelfde taal spreekt als de onze een nieuwe sportkar met vleugeldeuren of althans een ritje met dé droomwagen van Harry Potter. De putten in de weg van de afgelopen vorst brengt ons allen hobbelend verder. Op de autosnelweg racen BMW-chauffeurs op het derde baanvak, ze rijden het liefst uiterst links, wijken uit naar rechts, even langs links steken ze ons voorbij, flikkeren ze met hun lichten of we niet sneller kunnen dan de massa in andere auto’s die ook hun dromen willen najagen, maken handbewegingen die ze zien in de achteruitkijkspiegel. Je vraagt je af of zij wel überhaupt een rijbewijs hebben. Zij die met een Bak Met Wieltjes rijden, rijden zoals ze gebekt zijn. Schofferend scheren ze met harde autobanden en ronkende stoere motoren het asfalt op de weg, waarbij ze een rookpluim achterlaten.

Zijn zij het, die dromen van een ander leven? Nee, het is de stille autobestuurder die door het raam staart, kijkend naar de witte strepen op de weg. Ook al valt de regen met bakken uit de hemel, ze dromen van exotische plekken, waar ze het juk van files, akkefietjes thuis waarvan ze die bui al voelden hangen, van zich af kunnen werpen.
In de auto luisteren ze naar de radio. Slechts enkelen horen niet wat er wordt gezegd. Hippe radiojongens, warme stemmen proberen hun dagen te kleuren. Het gewoel van de dag ligt in gezongen liedjes, waarbij de elektronische tonen onze mobieltjes in beweging brengen. Toch even verstrooiing als de auto stilstaat en voor geen meter verder vooruit geraakt. Ze jagen zich op, dat ze te laat zullen komen. Te laat voor die gemiste kans, voor die promotie die al jaren in de lucht hangt. Te laat voor die sollicitatie, die alweer hun leven kon veranderen. Te laat met het opnemen van de telefoon, alvorens men ze uit hun tas kunnen graaien. Te laat om te zeggen dat ze van elkaar houden. Te laat, te laat, te laat. Maar het is nooit te laat om nieuwe dromen te verzinnen. Om je leven om te gooien. Terwijl de autobestuurder die in stilte naar de remlichten kijkt van de BMW voor hem, die ook stil staat, mee met de anderen in de stroom. De levensstroom. En nu het kouder wordt en de lichten op de autosnelweg onze ochtenden kleuren, dromen ze allen van zorgeloze wegen. Maar ook zij die bang zijn voor nieuwe wegen dromen mee. Allen willen ze wat anders, maar denken ze toch zo verschillend niet, terwijl ze in hun autootjes, bumper aan bumper stapvoets rijden.
Nog even en ze verlaten allen de stad. Ze piepen door het fijn stof dat in de lucht enkel nog zal toenemen. Nog even en ze kopen allen een nieuwe auto, waarbij niet enkel de deuren open en dicht vliegen. Nog even en we dromen verder over alles wat nog komen gaat, want alles komt goed, dat moet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten