zondag 25 juli 2010

Blackie

Ik kende vroeger een groupie. Een groupie van een kunstenaar, als ik deze term mag gebruiken in deze context. Die kunstenaar maakte schilderijen met zwarte inktvlekken en grote zwarte verbolgen figuren. Laten we deze kunstenaar Blackie noemen, zijn schilderijen zijn voor het merendeel met zwarte bekliederde tekeningen, die hij dan inkadert. Ook schrijft Blackie soms teksten bij zijn tekeningen.
Hoe het kwam dat hij een groupie werd, was doordat hij zich vaak eenzaam en onbegrepen voelde door zijn familie. Hij volgde de kunstenaar de wereld rond. Hij kon urenlang praten over de kunst die zijn idool met getormenteerde ziel maakte. Hij dweepte al van kindsaf met Blackie, omdat zijn jeugdvriend de zoon was van Blackie. Blackie zelf was een struise man, met vettige grijze haren, en had steevast een zwarte jaren vijftig bril op zijn met puisten en kraters gevulde gezicht.
De groupie zelf, leerde ik kennen op een openingsexpositie van Blackie. Allen gekleed in zwarte pakken met hun haren strak naar achteren gekamd, ik voelde me net op een begrafenis. Ik had het pas door dat hij een groupie was, als het kalf al was verdronken. De zoon van Blackie liep toen gek van me en stelde me voor aan zijn beste vriend, de groupie. Inmiddels is groupie getrouwd, de zoon van Blackie ook, maar nog steeds delen ze samen reizen, verdriet, filosofische avonden en uiteraard Blackie's succes. Zelf werken ze niet, ze zijn altijd 'bezig' met kunst. Ze kunnen er uren samen over klagen, zeuren en verzwelgen zich in zelfbeklag. Daarom houden ze samen zo van Blackie. Blackie zelf heeft het wel door en maande zoonlief en groupie al verscheidene malen aan een echte job te gaan zoeken, zeker toen ze trouwden, maar zoon en groupie haalden Blackie over dat ze hem gingen helpen bekend te raken. Het succes waar Blackie's zoon en groupie zo in opgingen, zochten ze zelf. Ik vond het zielig.

Ik vond het nog triestiger te beseffen dat beide jongens maandelijks 'dopgeld' kregen van onze Vlaamse staat en dat wij, gewone burgers gaan werken om zo'n jongens te voorzien in hun maandelijkse behoeftes. Boeken kan ik schrijven over zogenaamde kunstenaars. Ze nestelen zich in grootheidswaanzin en schuwen geen enkele openingsshow. Je komt ze overal tegen, die lulhannes die jou het gevoel geeft dat hij beter is dan jij. Oetlullen zijn het. Ik laat ze links liggen, zachtjes sterven ze een harde dood. Blackie zelf ziet er ook van af. Zijn schilderijen worden nog zwarter dan zwart. Zijn teksten worden onleesbaar en zelfs de kuttekeningen die hij maakt daar wil je zelfs geen lul zien ingaan, je hoopt dat ze het daglicht schuwen. Maar Blackie kent wel succes, die kippen kunnen nog leggen, moet hij hebben gedacht van zijn zoon en zijn groupie. Hoe mensen zo'n zwartgallige werken bewonderen en erover gaan lullen alsof het Michelangelo zelve is die weer neder is gedaald, het is huilen met de pet op.

Houd dus moet, wanneer je door het SMAK drentelt en je afvraagt wat je ziet. Het ene kunstwerk is gelukkig het andere niet, de ene kunstenaar is de andere niet. En omdat ikzelf u niet wil verlaten met een negatieve uitlating van mijnentwege, nog even dit: Blackie valt wel mee, je kunt je hond nog altijd zo noemen, maar alsjeblief, koop geen zwartgallige werken of kunst waar u een slecht gevoel bij krijgt. Laat uw geest zich niet vertroebelen met andermans misère, laat u niet misleiden door een kunstpaus die beweert wat goed is en wat niet. Kijk naar de dingen alsof u ze voor de eerste keer aanschouwt, u zult versteld staan van wat een schoonheid er is te vinden op deze nieuwe dag. Gebruik het hele kleurenpalet om uw leven vorm te geven, want u, lieve lezer, bent een kunstwerk op zich, u bent geweldig. Kunst, is overal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten