donderdag 29 juli 2010

Colorado Provençal

Vanochtend toen zij wakker werd, voelde haar wereld helemaal anders. Haar beddengoed zag witter dan wit, de rozen knalroze en het hemelse water blauwer dan blauw. Ze staarde met zo'n vol vertrouwen naar de okergele en oranje rotsen in haar achtertuin, die haar een heel verhaal vertelden. De rotsen waren al oud, ze waren geërodeerd door wind, regen en water die er ooit stroomde. Een legende van die enkele Colorado kam die Europa rijk was, vertelde het verhaal van een jonge vrouw die ooit gekweld door smart en liefdesverdriet de bergen insprong. Waarbij haar liefdesbloed de kleuren van de bergen zo transformeerden dat eeuwen later mensen op een zomerse gelukkige dag met hun hond en kinderen gingen wandelen in diezelfde rotsen. Ze waren zich niet bewust van de legende en zelfs één enkele indiaan die het dorpje rijk was vestigde zich er en was gekend als dorpsgek. Hij verliet een Vlaamse achterbuurt, verkocht zijn hele hebben en houden en vertrok naar de Colorado Provençal. Daar, vlakbij die kleurrijke rotsen die reeds vele kunstenaars hadden geïnspireerd tot schilderijen en boeken, verkocht hij de legende in zijn winkel, waar Indiaanse voodoopopjes en verenkledij zijn winkel versierden.
Toen zij besloot een wandeling te nemen om rust te vinden in haar hoofd, deed hij net hetzelfde, aan de andere kant van haar wereld. Bij elke stap die ze namen hoorde ze het:
'Boom boom, boom boom, boom boom,' het kwam als tromgeklop hun oren binnen, liep naar hun hoofd en naar hun hart en vulde hun hele lichaam.
De afgelopen nacht was dat ge-boom begonnen. Het speelde zich als een gedicht af in hun zijn en hun gedachten:

Boom boom
Boom boom
Boom boom

het lijf trilt na
boom boom
boom boom

hartslag slaat
boom boom

bloed pompt en vindt geen weg
doordringende ogen
kijken

zuchtend liggen ze in bed
draaiend en kerend
meer dan opgewonden

zij heeft poederdroge lippen
hij likt ze nat
handen glijden in de nek en in de haren
boom boom
boom boom
gonst het de hele nacht

dichter
bij elk geklop
bij elke zucht
vinden ze hun weg

spanning is te snijden
brandend van verlangen
loopt hun hoofden gek

gek van liefde
gek van elkaar
gek van geluk
die grijpen ze maar

in overvloed aan liefde,
in tederheid en geluk
liggen ze als jonge tieners
te staren naar de lucht

Boom Boom

Bij elke stap die ze zette, bij elke stap die hij nam, klommen ze hoger in de bergen, verder weg vanuit het dal. De indiaan slofte zijn schoenen af. De okergele poeder dat op zijn dorpel lag. Ze nam een glas en schonk haar wat in, dat had ze nodig en klonk op dit nieuw begin. Hij stapte verder, zonder te weten waarheen, maar 's nachts in hun gedachten, vonden zij elkaar, kwamen ze dichter en lieten alles achter, ze gingen daar zomaar heen. De volgende ochtend leek alles anders, zelfs de geluiden waren nu zachter. En toen zij zijn stem hoorde, leek alles alsof ze het had bedacht. Met bonkend hart, hoorden zij elkaar zuchten, glimlachen en zacht spraken zij hun woorden, die als een mistralwind over hen heen, hun toedekte en hen liefde bracht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten