Soms heb ik het gevoel dat men voortdurend zit te wachten. Het neemt soms Beckett-iaanse proporties aan. Iedereen wacht: op die promotie die er niet zit aan te komen, op de trein, op de bus, op hun lief, bij de kapper, aan het postloket, op erkenning, aan de telefoon, op De Stem, als men chat, als men schrijft, op het toilet, in bed, tot de koffie klaar is, op de lasagne, op de pizza in de oven, in het frietkot, in de drive-in om de auto te poetsen, in de drive-in bij Mac Donnalds, aan de kassa van de supermarkt, als men gaat tanken, tot het haar of de kleren droog zijn, tot wanneer regels over zijn, tot wanneer de woorden er zijn, tot wanneer de puistjes zijn verdwenen, tot men is afgekoeld, op de zomer, op dé dag, op dé nacht, tot wanneer de computer is opgestart, tot er internetverbinding is, tot hun haren langer zijn, tot de benen en bikinilijn zijn gewaxt, tot de fles leeg is, tot het glas weer vol is, op verandering, op restaurant tot wanneer er eten is, tot de rookpluim is verdwenen die de vulkaan heeft uitgespuwd, tot de wolken weg zijn, tot de zon er door komt, tot de sneeuw is gesmolten, tot het niet meer wintert in ons hart, op liefde. Vooral dat laatstegenoemde, daar wacht iedereen op, ook al is dat soms niet altijd zichtbaar. We verbeiden allen op onzichtbare dingen, bij duidelijke waarneembare gebeurtenissen.
Daarnet chatte ik even met De Stem. Hij heeft het lastig. Hij heeft geen zin of fut meer in de dingen. Het zit hem tegen. Wat hem tegensteekt? Wat hem tegenzit? Dat vertelde hij niet. Hij ging slapen, bang omdat hij de verkeerde dingen zou zeggen. Wel bedankte hij mij voor het begrip. Oelewapper. Mij zo laten talmen, dat pik ik niet. Waarom mannen vaak niet duidelijk communiceren is me een raadsel. Waarom ze niet gewoon zeggen wat ze willen, denken, voelen, dat zou alles veel makkelijker maken. Ik vind De Stem ook vaak zo egocentrisch, om niet te zeggen egotistisch. En dat komt dan op de radio, binnen in onze huiselijke besognes. Alsof de helft van de Vlaamse huisvrouwen die kicken op De Stem zo'n man achter de microfoon verwacht. Ze weten niet welke pedanterie en verbeelding De Stem heeft, ze horen alleen zijn goeie kanten. Ik niet, ik bespeur het in zijn stem, wanneer hij lijdt, wanneer hij stilletjes huilt en probeert zijn problemen weg te lachen, wanneer hij zich onbegrepen voelt door zijn bazen, zijn vrouw, zijn dochters, zijn buurman. Ik doorzie wanneer ik word afgewezen, genegeerd en gekwetst. Vooral dat laatste kan pijn doen. Ik moet ook genoeg volwassenheid aan de dag leggen om dat los te laten, om er afstand van te nemen, maar dat lukt me soms niet altijd even goed. Ik kijk maar best nog even de kat uit de boom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten