maandag 16 augustus 2010

Zusjes

Ze heeft zo van die dagen dat ze gewoon wil oplossen tot stof. Ze wil verdwijnen, alsof ze er nooit is geweest. Ze werkt hard. Ze runt een hotel en heeft de afgelopen acht weken nog geen moment voor haarzelf gehad. Ze is zo moe, dat ze als een computer glimlacht naar de klanten, eten geeft met liefde en zelf bijna geen tijd heeft om wat te eten. Enkele uurtjes per nacht hebben haar hersenen nog om bij te komen. Zelfs dromen heeft ze niet meer. Ze doet niks anders dan ontbijt maken, afwassen, kamers poetsen, drankrekken aanvullen, drank uitschenken, eten maken, eten serveren, terug afwassen en zo gaat het maar door. Al acht weken lang, duizenddriehonderd en vierenveertig uur lang. Haar hoofd tolt als ze de trappen oploopt met versgewassen beddengoed. Haar lief werkt nog fulltime als brandweerman. Hij is brandweerman in Vlaanderen en zij zit in haar chambres d'hôtes in de Ardennen. Ook hij rijdt bijna elke dag honderdachtentachtig kilometer. Ze hebben niet echt een leven meer samen. Maar ze zijn jong en het is nu dat het moet gebeuren. Het is nu dat ze geld moeten verdienen voor later. Ammehoela denkt ze, alsof er nog een later zal zijn als ze zo doorwerkt. Gelukkig lost haar volgende week iemand af, zodat ze bij haar zus op bezoek kan die in de Provence woont tijdens de zomermaanden. Haar zus denkt aan haar, los van haar fulltime job ging ze de afgelopen vijf jaar ieder weekend helpen in de chambres d'hôtes.
Het is drie maand geleden dat ze elkaar spraken of zagen. Daarnet skypeten ze even. Ze kon even haar hart luchten. Ze hadden het over de mensen die soms niet beseffen hoe zwaar zo'n leven is. Ze hadden het over hun vrienden die denken dat ze bulken van het geld en niks te doen hebben. Maar ze hebben alles te doen. Samen werken ze aan hun toekomst. Beiden besloten ze geen kinderen te nemen zodat ze hun carrière bovenaan konden plaatsen. Maar ook zij die hard werken worden gekwetst door mensen. Klanten die niet vriendelijk zijn als ze eens beslist een avond geen eten voor ze te serveren. Klanten die klagen dat het weer niet meezit, alsof zij daar wat aan kan veranderen. Klanten die zeuren dat ze geen tijd meer voor elkaar hebben, terwijl ze niet zien hoe moe zij eigenlijk is. Mensen die de naam mens soms niet waardig zijn. Daarom wil ze soms verdwijnen. Daarom wil ze soms dat ze zich kon wegtoveren, zelfs niet naar een ander werelddeel of universum. Gewoon dat het eens stopt. Dat er eens niks meer is. Het niets, dat waarvan ze denkt dat er alles al is om iets van te maken.

Haar zus zit op een achtbaan. Ze heeft het over haar lief die haar liet zitten omdat ze teveel aandacht gaf aan een andere man. Ze heeft het over de boeken die ze schrijft, over de uitgever die maar uitblijft. Ze heeft het over vechten voor haar dromen. Ze heeft het moeilijk omdat ze alleen is. Ze heeft het over De Feeks die meekwam met hun ouders en die niet te doden valt. Ze heeft het over de mensen die ze wel al spontaan een harde dood toeschreef in haar boeken. Ze heeft het over de buren die haar hielpen, toen de auto stuk was. Ze heeft het over duizend en één dingen, zolang ze maar even vergeet, dat ze hoopte dat ze er ook even niet was.
Beiden hebben ze het moeilijk. Beiden werken ze hard. Mensen zijn jaloers van hen als zusjes, terwijl ze altijd naar het leven lacht.
Ze zouden graag samen verdwijnen, ze hebben gelukkig elkaar, ook al spreken ze maar heel even, het geeft hen kracht en moed om door te gaan. Ze waren zo graag nog eens weggeweest. Ze hadden beiden zo graag soms andere ouders gehad. Ouders die ervoor zorgden dat ze zich niet in het leven moesten harden. Maar de parentificatie is voor beiden afgelopen, ze gaan beiden hun eigen weg. Ook al is die hard en lastig, ze zullen wel slagen, dat ligt vast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten