donderdag 23 september 2010

Noordzee in september.

De dag kleurt blauw vandaag, fel blauw. Het blauw dat je alleen in de zomer ziet in de lucht, ook al is de herfst begonnen. Het blauw van de zee, zoals alleen de Noorzee eruit ziet wanneer het warm weer is. Het blauw van haar ogen, die blinken in de middagzon en glazig worden wanneer ze aan hem denkt. Het blauw zoals de kleur van haar handdoek waar ze op ligt, met een blauw badpak, die ze naar beneden heeft gerold, zodat haar borsten nog wat zonlicht krijgen alvorens de bladeren van de bomen vallen. Hier staan geen bomen. Ze kijkt naar het zand, die haar doet dromen van woestijnen waar ze kamelenritjes maakte. Hier zijn geen kamelen. Ze ontrolt haar badpak en laat de bandjes over haar armen glijden. Ze maakt een wandeling door het gele zand, terwijl de zee een meer lijkt. Meeuwen vliegen over het water en daar waar de witte kleine golfjes net kinderkopjes lijken, strijken ze neer op het water. Ze denkt aan pasgeboren baby's zonder haar. Ze drijven allen op het water. De meeuwen lijken ze te voeden. Ze volgt een meeuw met haar blauwe ogen die hoger in de blauwe lucht vliegt. Ze vraagt zich af of de baby's gaan vliegen. Ze vraagt zich af of nieuw leven in de zee ligt verscholen. De Zee.
Daar waar ze altijd vlucht, wanneer ze het moeilijk heeft. Ze gaat zitten in het zand. Ze denkt na over vroeger. Toen ze naar het buitenland vluchtte, om gelukkig te worden, te zijn. Ze denkt aan geluk. Ze denkt aan dit moment. Een vlinder fladdert haar voorbij. Ze dacht nochthans dat ze de laatste vlinder had zien vliegen voor het einde van de zomer. Niks is minder waar. Vlinders leven voortdurend. Ze fladderen rondom haar hoofd alsof ze deel uitmaken van haar zijn. Ze kijkt naar de meeuw die hoger en hoger vliegt. Ze wou dat ze kon vliegen, dan vloog ze naar hem toe. Hij die werken moet. Hij, die zijn kinderkopjes streelt. Zij, die dagelijks kinderkopjes entertaint met het maken van tekeningen, tekeningen van vakantieherinneringen, van hun droomhuis waar ze later willen in gaan wonen, van hun lievelingsdier, van hun dromen die ze 's nachts beleven, van toekomstige voertuigen en supersonische computers, die alles sneller en beter kunnen. Ook al hoeven we niks en is alles er al. Heel even ziet ze alle zeeën die er zijn. Ze bestaat soms alleen uit golvende bewegingen, waar eb en vloed als de levensstroom door haar lichaam racet. Geniet van het moment. Ze geniet. Ze kijkt naar de zee die eindeloos lijkt en voelt zich niet alleen. Heel vol voelt ze zich. Ze wou dat het water net nog wat warmer was, zodat ze kon drijven en staren naar de blauwe hemel, die ook eindeloos is vandaag. Eindeloze zee, eindeloze liefde, eindeloos verlangen, eindeloos genieten.
De hedonist, wat een grap. Zij die geniet. Hij die geniet, wij die genieten. Genieten van momentopnames die als een dag aan ons voorbij gaan. Die momenten waaraan we terugdenken wanneer we alleen zijn, ook al zijn we nooit alleen. Momenten waar we 's avonds aan denken als we in ons bed liggen en staren naar het plafond. Het leven bestaat uit momenten. Die momenten waarop we even één zijn met elkaar en dingen delen. Ook al deelt ze vandaag niet de zee, hij voelt de zee in haar, zij is voor hem de zee. Hij is voor haar het strand. Dat schreef ze al. Ze beleefden al dingen die ze schreven. Hun leven krijgt vorm door de dingen die ze schrijven. En ook al kunnen we momenten niet vasthouden, laat de taal dan datgene zijn, wat al die momenten de moeite waard maken, de moeite om over te schrijven, de moeite om te lezen, de moeite om te genieten, de moeite om voor te leven. Moeite, die we niet hoeven te doen, die we zelf maken, opdat we gelukkig zijn, die enkele momenten, waaruit een hele dag wordt gemaakt, een heel leven.
Het strand is verlaten. tientallen meeuwen zitten naast de golfbreker, het lijkt alsof ze vergaderen. Ze beramen een plan, een levensplan. Zouden de meeuwen daarin slagen, vraagt ze zich af. Ze zitten er ook gewoon maar, in het halfnatte zand. Zij staart naar een bootje op zee. Vroeger kende ze iemand die met haar op een bootje op zee wou. Vroeger, maakte haar tot wie ze nu is. Ook al is haar dat niet altijd duidelijk, maar ze is wie ze is. En vandaag is dat een meisje op het strand, op een stralende blauwe dag, ergens in september.

1 opmerking: