woensdag 8 september 2010

Regen op woensdagnamiddag

De regen tikt tegen het raam. Het valt met bakken uit de grijswitte hemel. Ik hou niet van regen. Als ik denk dat het de komende negen maanden nog zal regenen, hagelen, vriezen, sneeuwen en winteren, krijg ik het ook koud vanbinnen. Je hebt zo van die dagen, dat je eigenlijk beseft dat je moe en daardoor vervelend bent, loopt te tobben en te piekeren. En niks is, zoals het moet zijn. Ik mis hem, mijn droomman. Soms denk ik dat ik alles droom, dat ik niet leef. Maar als ik zijn stem hoor, dan reageert mijn hele lijf nog na. Alles racet door mijn lichaam, alle emoties. Ik vraag me af of dat liefde is. Misschien ben ik wel blind van verliefdheid, beeld ik me alles in, droom ik alles toch. Ik weet het niet. Vandaag weet ik niks. Ik weet alleen dat ik de zomer mis, de zon, liefde en Hem. Ik hou van Hem.

Soms denk ik nog eens na over hij die is vertrokken. Hoe vertrouwd dat voelde toen hij me belde vroeger, dat ik daar niet zo veel bij voelde, dat ik niks te vertellen had. Ik weet het, dat is erg, ik geef het toe. Jarenlang, papte ik aan met buitenlanders omdat ze op een afstand leefden, het leek me veilig, ik kon niet worden gekwetst. Ik deed m'n eigen ding, leefde mijn eigen leven, althans dat dacht ik toen. Maar ik ben erachter dat ik nog niet heb geleefd. Ik leefde in een zelfverzonnen werkelijkheid, waarbij de eenzaamheid in mijn hart voortdurend aanwezig bleef. Nu ben ik niet meer alleen. Niet meer sedert Hij in mijn leven kwam, Hij die al een heel leven heeft geleefd.
Hij is zo geweldig, is lief, zachtaardig, kan goed vertellen, is belezen, heeft humor, heeft smaak en stijl. Hij heeft de mooiste ogen die ik ooit heb gezien. Ik zie er alles in, het is thuiskomen. Ik wil niet pathetisch gaan doen, maar echt, ik moet het kwijt, Hij is fantastisch. Hij voelt me aan. We denken hetzelfde, we voelen hetzelfde, we zien dezelfde dingen.
Ofwel lijden we beiden aan dezelfde aandoening, zijn we beiden ziek, dat zou ook nog kunnen. Ik duik mijn bed in, het is woensdagnamiddag, ik ben vrij, ik hoef even geen les te geven. Ik wil mijn zorgen wegslapen. Hij belt. We delen onze dromen, onze gedachten. Daarna val ik als een blok in slaap. Ik droom van Hem. We zitten in Zuid-Frankrijk en we kijken naar de Middelandse Zee, vanop een terrasje. We voeren gesprekken over de toekomst, waar we willen wonen, wat we willen doen samen. We kussen, vrijen en het lijkt alsof alle beelden in mijn droom in elkaar vloeien. Als ik wakker word, voel ik dat ik zweet in mijn nek. Mijn haren voelen klam aan.

Op datzelfde ogenblik rijdt Hij met zijn kinderen naar huis toe. Hij luistert naar hun stemmen, wat ze vertellen tegen elkaar. Ze hebben het over hun vriendjes en vriendinnetjes, over wat ze hebben geleerd op school. Hij luistert naar radio Fantasy en De Radioman stikt bijna in zijn woorden. Hij draait aan de knopjes van zijn autoradio en hoort Janis Joplin door de autoboxen galmen, 'take another piece of my heart now baby...'
Hij parkeert de auto voor zijn deur. Zijn kinderen stappen giechelend de auto uit en gaan binnen verder spelen. Hij gaat sigaren halen. Hij passeert café Den Tap en neemt plaast aan het raam, waar de regen tikt. Hij kijkt naar buiten, maar ziet niet wat er gebeurd, hij denkt na. De onrust die hij voelt zalft hij met een blauwe Chimay. De last op zijn maag krimpt bij elke slok die hij neemt. Hij kijkt naar de mensen in het café. De vrouw achter de bar lijkt op de Zangeres Zonder Naam. Haar nepgouden juwelen klinken tegen de zilveren tap, terwijl ze pintjes vult. Zij denkt na over wat ze zal eten vanavond. Hij glimlacht wanneer hij zijn glas op het bierviltje plaatst, afrekent en de natte regendruppels voelt op zijn huid. Hij neemt zijn mobieltje in zijn hand en activeert het laatst gekozen nummer.
'Dag schat', hoort hij en hij is gelukkig. Ik ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten