Het gebeurt soms wel dat ik eens buiten kom. Ik kom dan heel vaak BV’s tegen, Bekende Vlamingen. Van tegenwoordig is iedereen Bekende Vlaming, me dunkt. En ik stel me gelijk de vraag, wanneer ben je bekend en waarom? Waar ben je dan goed in? Wat onderscheidt je van de rest? Eergisteren droeg ik gedichten voor van een gekende, reeds overleden schrijver. Ik noem zijn naam even niet, dat is niet zo belangrijk in dit verhaal, de rode draad heb je wel mee. Er waren ook andere schrijvers, zangers, fotografen en kunstenaars aanwezig, die de avond wel uniek maakten. Ik kocht zelfs een kunstwerk van een gekende kunstenaar, die de dichter in kwestie diezelfde dag nog had geportretteerd. Mijn lief was er ook en zei wel tien keer dat hij fier op me was, het deed me plezier dat te horen. Ook al zijn we nog zo lang niet samen, ik hou er wel van dat hij me steunt en inspiratie geeft in wat me drijft, wat ik doe. Vaak konden mijn exvriendjes net dàt niet aan. Ze waren nogal eerder jaloers van aard en ik ben erachter dat ik mezelf te veel wegcijferde om hen te plezieren.
Het is zaterdag, negen oktober en als ik naar mijn handen kijk, is de zomerzon die mijn huid had gekleurd bijna helemaal weg. Ik hou niet van de herfst, van de koude. Ik merk dat het weer een grote invloed heeft op mijn gemoedstoestand. Gisterenavond hoorde ik mijn lief. Hij vertelde me dat hij ‘de blues’ had, zeker na zo’n geweldige avond, dat hij me mist. Ik mis hem voortdurend. Ik kan zelfs niet goed meer schrijven over iets anders de afgelopen weken dan over hem, over ons. Ik denk dat ik het wil plaatsen, maar soms kan je de dingen niet plaatsen. Soms moet je ze laten gebeuren, de dingen hun eigen weg laten zoeken. Niet teveel stil staan met de vraag wanneer het is zoals het moet zijn. Soms moet er iets mislukken, om het daarna wel te kunnen laten lukken. Mislukte kansen zijn er genoeg, het lijkt me net de moeilijkheid die kansen te aanvaarden die mislukking impliceren, maar die je daardoor verder helpen, waardoor je nieuwe kansen ziet. Ach, wat lul ik nou. Ik schrijf terug dingen van me af, dient een blogsite daar niet voor, om bijna als een dagboek de dingen rondom je heen te kunnen (om)schrijven? Om de werkelijkheid te kunnen plaatsen? Andere schrijvers posten dagelijks foto’s op hun blogsite. Het lijkt me dat veel schrijvers veel uitgaan, veel foto’s nemen en net dat dan als hun ‘kunstwerk’ zien van die dag. Ik vraag me af wanneer ze schrijven.
Op de Avro is er een aflevering ‘Artists in residence’. Een grafisch vormgeefster toont portretten die ze maakte van Cees Nooteboom. Ik kijk met één oog naar het programma en denk aan mijn eigen kunstopleiding. ‘Je moet af en toe uit de routine van je atelier stappen en iets anders gaan proberen,’ zegt de grafisch vormgeefster. Daar denk ik heel vaak aan, al zo’n tien jaar lang. Maar wat dat andere dan is dat ik moet proberen, daar vind ik geen antwoord op.
Na de grafisch vormgeefster is er een ander programma ‘9 to 5’, over kunst in het bedrijfsleven. De CEO van ‘AkzoNobel’ in Amsterdam heeft het over kunst, hoe kunst inspireert en aanzet tot nadenken. Daarna is de directrice van de ‘AkzoNobel Art Foundation’ in Arnhem aan het woord. Ja, zo’n mastodont van een bedrijf heeft zelfs een afdeling voor kunstaankopen. (Ze moeten iets met hun teveel aan geld.) Zij beslist over wat ze aankopen, ze vindt dat ze jonge kunstenaars helpen. Ze gaat naar academies om te ‘scouten’ en om te zien wat er leeft. Wat een woord, ‘scouten’. Onze noorderburen gebruiken voortdurend Engelse woorden. De presentator vraagt aan haar of kunst die aangekocht wordt voor bedrijven, of men niet voortdurend vist in dezelfde poel? Ze lacht de vraag weg en herhaalt nog maar eens hoe ze jonge kunstenaars helpen hun weg te vinden binnen de kunstwereld. Ik slaak een bittere lach.
‘Uit leed wordt kunst geboren,’ citeert iemand in de kunsthal in Rotterdam. Job Koelewijn maakte ‘Bonnet’, een spiegelmuts, die de wereld rondom je letterlijk weerkaatst, maar als je de spiegelkubus op je hoofd zet, sluit je je letterlijk af van de buitenwereld. Mooi werk, het is zoals een schijver, die een spiegelmuts op zijn hoofd zet en naar de werkelijkheid kijkt en zich afsluit om die wereld te kunnen schrijven, terwijl die wereld letterlijk op zijn hoofd zit, hij zit in de spiegel. De schrijver dat ben ik, die naar je kijkt.
Ik denk dat ik nog eens naar buiten ga vanmiddag, de zon breekt door de wolken. Zonlicht dat weerkaatst wordt op een spiegel zorgt elders voor vuur. Wie weet wie ik nu tegenkom, morgen is het zon-dag.
zaterdag 9 oktober 2010
Kunstuur.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten