zondag 3 oktober 2010

Niemand.

Vandaag is het zondag en zit jij in de Ardennen. Je nam de auto en reed ergens heen, weg van je vertrouwde omgeving. De zon schijnt, het is warempel al oktober en het is nog vierentwintig graden warm. In de auto bengelen tranen over je wangen, je hebt geen zakdoek. Je hebt geen kleenex. Je hebt niks dan jezelf. Er is niemand anders bij je. Soms is er niemand, die je als een deken rondom je slaat en je warmte geeft als je alleen bent. Niemand die de juiste troostende woorden fluistert. Niemand die luistert. Niemand die weet wat goed voor je is. Niemand die een oplossing biedt, waardoor je stopt met huilen. Je vraagt je af waarom je huilt. Je laat een cd van Coldplay in de cdspeler van je auto glijden. Twintig jaar geleden kwam de eerste cd op de markt. Je vraagt je af of je binnen twintig jaar nog cd’s zal beluisteren in je auto. Je vraagt je af waar je wil zijn binnen twintig jaar. Je voelt je intriest en verdrietig omdat je alleen bent en je niet alleen wil zijn, niet nu, niet op zo’n mooie dag. Je wil bij je geliefde zijn, je geliefde die voortdurend in je hoofd spookt, elke seconde, van zodra je je ogen opent en zelfs in je dromen, waar je afgelopen nacht droomde dat je in een tekenfilmachtig videoclipje speelde van Bonnie Tylers’ ‘I need a hero’. Je danste in een wei en je was gelukkig. Het leek alsof iedereen je kon horen en je held voor je neus stond, van zodra je wakker werd. Maar je held was er niet als je wakker werd. Je held ligt naast een andere vrouw, met zijn kinderen in de kamer ernaast, terwijl jij op je buik ligt met open mond en een bengelend voetje die uit het bed hangt. Ook is je held er niet, wanneer je je omdraait. Daar ligt slechts een leeg kussen, zoals je het al zoveel zag liggen bij het ochtendschemer in je kamer. Je staat op, ook al ben je nog moe en zou je allicht nog kunnen slapen. Maar het is een mooie dag, een dag om dingen te beleven, want je zit in de fleur van je leven. Je zit al tien jaar lang in de fleur van je leven. Je hebt een geweldig leven, je bent er dankbaar voor, maar Coldplay zingt dat je soms krijgt wat je wil, maar niet datgene wat je nodig hebt. Dat de tranen van je wangen stromen, dat je teveel verliefd bent om het los te laten. Dat je in achteruit zit geklemd en dat je er niet uit geraakt, kan het nog erger?

Zo erg is het allemaal niet. Je bent niet terminaal ziek, je bent niet de saaie trien die nog niks beleefde, je bent niet onknap, je zit niet in een uitzichtloze situatie, je hebt eten, drinken, ja, zelfs nog sigaretten in het handschoenkastje, ook al stopte je tweeëntwintig dagen geleden met roken. Je hebt veel, enkel je lief niet. Net datgene, wat je bij je wil, waar je ‘niemand’ mee wil delen. Je vraagt je af of het niet altijd zo zal zijn. Niemand is nooit volledig bij je, niemand is nooit volkomen gelukkig. Niemand denkt nooit eens niks. Niemand die voorzichtig handelt in de naam van de liefde. Niemand die kan rationaliseren, wanneer je zoveel van iemand houdt. Niemand die je kan zeggen of het allemaal goed komt en of het daadwerkelijk ook gebeurt. Niemand die je verhalen vertelt opdat jij ze kan schrijven en dat je gelezen wordt. Niemand die zag wat jij zag in de woestijn toen je probeerde je verleden achter je te laten. Niemand die in de toekomst kijken kan en je kan laten zien hoe die eruit zal zien. Niemand die echt praat, zodat woorden zelfs niet meer nodig zijn. Niemand.
Behalve jezelf. Hou van jezelf, voor je van iemand anders houdt. Hou van de zon die je huid verwarmt, ook al zit je achter een autostuur. Hou van je tranen die zout smaken. Hou van je goddelijk lichaam, duik niet met iedereen het bed in. Hou van jezelf. Alle waarheid ligt in jezelf. Alleen jij weet wat je nodig hebt, niemand anders. Niemand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten